Om te kunnen flitsen, bouwt een studioflitser korte tijd vermogen op in condensatoren. Bij een flits worden deze condensatoren ontladen en bouwen ze opnieuw vermogen op. Als je de flitser op vol vermogen instelt, zijn de condensatoren volledig geladen.

Als de flitser volledig geladen is op vol vermogen en je schroeft daarna het vermogen terug naar bijvoorbeeld een kwart van het vermogen, dan is de eerste flits die daarna volgt, nog altijd op vol vermogen. De condensatoren zitten immers nog helemaal vol. De eerstvolgende foto die je dan maakt, zal nog steeds de oude instellingen hebben, dus teveel licht.

Bij een flitser met auto-powerdump functie zal de flitser ontladen (flitsen) wanneer je het vermogen naar beneden bijstelt. Je merkt dit vaak doordat de flitser even flitst wanneer je het vermogen naar 50% of minder instelt. Zo heb je meteen na het wijzigen van de instellingen op de flitser, de belichtingsinstellingen die je wilt.

Vond je dit artikel waardevol?